Met de buik vol filosofeert men gemakkelijk over de armoede ( Samuel Johnson Engels schrijver : 1709-1784)

7. 10959828_853650838015065_7649091489123251811_nvrijdag 25 november 2016 18:58

Eeuwenlang waren arme mensen aangewezen op de liefdadigheid van kerken en caritatieve instellingen en op de harde hand van de burgerlijke armenzorg. Welzijn en discipline gingen nauw samen en arbeidsdwang vond men het meest probate middel tegen armoede, of er nu echt werk was of niet. De Bijstandswet van Klompé was een van de belangrijkste keerpunten in de Nederlandse sociale geschiedenis en betekende het sluitstuk van de zogeheten welvaartstaat. ‘Van genade naar recht’ zei Klompé zelf.

Bij de invoering van de algemene bijstandswet in 1963, sprak KVP- minister Marga Klompé:

 “Iedereen moet kunnen eten, gas en licht hebben en stromend water. En er moet financiële ruimte zijn voor minimale pleziertjes. Een bloemetje hoort erbij.”

Mooie woorden die al aangeven dat armoede niet alleen gaat over geld. Vandaag de dag wordt vaak deze definitie gebruikt ‘ Armoede is een situatie waarin sprake is van onvoldoende materiele, culturele en sociale middelen, waardoor mensen zijn uitgesloten van een levensstandaard die in de samenleving waarin men woont als minimaal wordt gezien’

Armoede is iets wat iedereen kan overkomen. Een ingrijpende gebeurtenis (echtscheiding, huiselijk geweld, ontslag, arbeidsongeschiktheid, faillissement, de aanhoudende crisis) of één fout kan je al in de ellende storten.

Zomaar een voorbeeld dat ik op internet vond:

“De fout van Lot (50) is dat ze haar man heeft vertrouwd bij het regelen van de geldzaken. Helaas betaalde hij jarenlang geen hypotheek van hun miljoenenvilla, maakte hij krankzinnig hoge schulden en verstopte hij de dreigbrieven van de bank, tot de boel klapte en het huis moest worden geveild. Nu heeft ze tonnen aan schuld, want de hypotheek stond op beider naam. Inmiddels woont Lot met drie kinderen in een huurflat. Daar moet ze het na aftrek van de vaste lasten redden met 380 euro per maand. Leven met heel weinig geld lukt haar wonderwel, maar het vergt continue alertheid”

De mevrouw uit het voorbeeld heeft een full time baan met een riant bruto salaris. Geen probleem zou je denken, maar door de tonnen aan schuld is er beslag gelegd op haar inkomen door de deurwaarde.  “Een bijstandsmoeder is beter af, want die krijgt zorgtoeslag en kind gebonden bijdrages, maar met mijn hoge brutoloon kom ik nergens voor in aanmerking. Bij de gemeente willen ze me pas terugzien als ik mijn baan opgeef. Alleen dan kan ik in de bijstand en van daaruit in de schuldsanering. Maar dat wil ik niet, want ik vind op mijn leeftijd nooit meer iets nieuws. Ik word gestraft omdat ik te fatsoenlijk ben om de bijstand in te gaan. Maar ik kan me ook niet uit mijn steeds maar oplopende hypotheekschuld werken. Ik heb dus levenslang.” Lachend voegt ze eraan toe: “Vijf jaar geleden gaven we een groot feest in ons oude huis, er kwamen honderdvijftig mensen. Ik vraag me weleens af waar die allemaal gebleven zijn.” 

 

Waarom vertel ik dit nu. Als ChristenUnie maken wij ons zorgen. Zorgen om deze verborgen armoede. Armoede die we niet in beeld hebben. Armoede die wel, ook in het geval van mijn voorbeeld, kinderen treft! Stille armoede wordt het ook wel genoemd. Betrokkenen praten er niet of nauwelijks over. Wat doen we daaraan? Hoe komen we met deze mensen in gesprek. Hoe kunnen we hen wijzen op de mogelijkheden die er wellicht zijn voor het gebruik maken van fondsen die er zijn (ook in Dalfsen zoals we hoorden op de armoede conferentie donderdagavond).

De kinderombudsman heeft in zijn rapport er het nodige over gezegd. Binnen gemeenten zijn verschillende beleidsafdelingen betrokken bij kinderen in armoede. Breng de verschillende leefgebieden waarop kinderen ondersteuning nodig hebben met elkaar in verband. Dit houdt de combinatie in van zowel financiële ondersteuning en schuldpreventie, als participatiebevordering, onderwijsmogelijkheden en gezondheid. Schenk specifiek aandacht aan kinderen die al langer dan twee jaar onder de armoedegrens leven. Het huidige armoedebeleid richt zich nog vaak op uitkeringsgerechtigden en niet op nieuwe groepen, bijvoorbeeld ZZP’ers. Ook kinderen van deze groepen verdienen te worden opgenomen in het armoedebeleid. b) Verbeter de toegankelijkheid van voorzieningen en maak een aanvraag indienen eenvoudig. Veel ouders en kinderen weten de weg naar voorzieningen niet te vinden. Een aanvraag moet eenvoudig gedaan kunnen worden. Maak voorzieningen beschikbaar voor alle kinderen, zonder daarbij een maximum per gemeenten of per voorziening te stellen. Gemeenten wordt aanbevolen zelf in samenwerking met de relevante private organisaties en scholen kinderen die te maken hebben met armoede te bereiken. Gemeenten dienen hierin duidelijk te communiceren over de voorzieningen. Duidelijk communiceren is meer dan een stukje op de website van de gemeente. Niet iedereen is computervaardig. Daar vragen wij regelmatig aandacht voor, maar wat doen we daar nu concreet aan?

 

Naast armoede onder kinderen is er een steeds grotere groep ouderen die alleen van de AOW, of met de aanvulling van een klein pensioen moeten rondkomen. Door de veranderingen in de AOW wetgeving komen er ook steeds meer situaties dat 1 partner AOW ontvangt en het een aantal jaren duurt voor de andere partner AOW ontvangt, door een leeftijdsverschil. Het SCP zegt hierover: Voor mensen met een ontoereikend pensioen (meestal alleen AOW) is de kans om uit de armoede te geraken helemaal gering. 'Bij bijna 60 procent van de arme gepensioneerden is sprake van langdurige armoede', Het SCP concludeert dat het erg belangrijk is om huishoudens die in armoede vervallen, zo snel mogelijk hulp te bieden. Hoe langer de armoede duurt, hoe moeilijker het namelijk wordt om aan die val te ontsnappen. Van degenen die afglijden in de armoede lukt het 60 procent om daar binnen een jaar weer uit te komen. In het tweede armoedejaar lukt het nog maar 20 procent om uit die nare toestand te geraken. Vanaf drie jaar wordt armoede bijna structureel. (bron SCP/De Volkskrant maart 2016)

 

Kortom, werk aan de winkel. Maar in Dalfsen doen we het toch goed, als we kijken naar andere gemeenten. Ik vertel het zelf ook weleens met gepaste trots als ik raadsleden van andere gemeenten spreek. Ja we doen het goed als we kijken naar de cijfers, als we de grafieken zien en horen wat er gebeurt, maar…….. . Een oud Hollands spreekwoord zegt “hoogmoed komt voor de val”. Daar moeten wij voor oppassen, niet achterover leunen of ons verschuilen achter het goed doen. Begrijp mij goed. Ik zeg niet dat we dat doen, zowel college als uitvoerenden werken hard om iedereen te helpen en gezinnen en ouderen met problemen bij te staan waar nodig en mogelijk. Maar nogmaals hebben we iedereen in beeld. Weten de burgers ons te vinden? Of blijven ze staan voor ze de trap opklimmen naar hulp. (wordt weleens gezegd, ja daar op het gemeentehuis zitten ze hoog en droog en staan ze boven je. Je moet eerst de trap op)

 

Op de armoede conferentie werd ons ook voorgehouden dat mensen die langdurig in armoede leven sneller een domme beslissing nemen. Ze zijn niet dom, maar door hun situatie krijgen ze een kokervisie, raken het zicht op hun omgeving kwijt en soms hun gevoel voor de realiteit. In alle stukken die we in de afgelopen periode onder ogen hebben gekregen, gaat het vooral om de zelfredzaamheid van mensen en de eigen verantwoordelijkheid. Als je vaak ongewild moet aankloppen voor een uitkering, dan wordt er veel van je verwacht. Je moet als het ware je eigen POP maken. Maar mensen die een probleem hebben zijn daar helemaal niet mee bezig. Ze willen hulp bij hun probleem en hoe je het ook wend of keert vaak is dat gebrek aan geld! Rekeningen moeten betaald of stapelen zich op, deurwaarders staan voor de deur en ga zo maar door. Het schrijven van een plan om weer aan het werk te komen, is dan vaak niet iets wat ze voor elkaar krijgen. Bovendien moeten ze eerst al door een woud aan formulieren die vaak ook nog eens digitaal zijn en bij elke aanvraag moeten ze opnieuw met hun hele hebben en houden naar buiten komen. Soms ook nog bij verschillen mensen en instanties. Als je praat met mensen van bijv Humanitas dan hoor je regelmatig dat mensen er niet meer uitkomen, soms ongewild een fout maken en dan meteen rücksichtslos worden gestraft (bijv bij allerlei toeslagen) en daardoor nog verder in de problemen komen.

Wat doen wij daaraan? Gaan we naast deze mensen staan, over tegenover hen? Hoe bewaken we dat? Hoe gaan we mensen hierbij helpen?

 

Tot slot:

Bij de huidige participatie wet staat het leveren van een tegenprestatie centraal. We hebben dat ook vorige week gezien in het projectplan re-integratie 2017-2018. Die tegenprestatie gaat er vooral om dat mensen werkfit worden zodat zij een eigen inkomen kunnen verwerven. Vaak wordt dan aangedragen dat mensen in elk geval wel vrijwilligerswerk kunnen doen. Soms wordt daarbij ook aangehaald, dat het doen van vrijwilligers werk de kans op een baan vergroot. Eind 2014 promoveerde Thomas Kampen (socioloog) op de vraag:  werkt verplicht vrijwilligerswerk? 

Nee. Hij volgde drie jaar lang 66 werklozen die vrijwilligerswerk deden. Slechts één vond daardoor betaald werk. Op korte termijn was het effect goed: in plaats van thuis te zitten kwam men weer onder de mensen. Op lange termijn werkte het averechts. Verplicht vrijwilligerswerk zagen werkgevers als minpunt. Kampen concludeerde dat sociale diensten vooral bezig zijn met controleren of mensen vrijwilligerswerk verrichten, maar geen aandacht meer schenken aan het helpen van mensen aan betaalde arbeid.

 

Laten we dus niet al onze pijlen richten op vrijwilligerswerk en stages, maar zorg voor betaalde banen, ook als gemeente. De zet als werkgever steeds meer vrijwilligers in voor taken die voor de ambtenaren teveel worden. Denk daar is goed over na en maak daar werk van.

« Terug