In de commissievergadering van 9 oktober 2017 werd het voorstel besproken.
Oosterveen stelt in zijn stuk dat de Dalfser jeugd voortdurend en op jonge leeftijd in aanraking komt met genotsmiddelen en criminaliteit. Omdat er geen goede gelegenheid is in Dalfsen om cannabis te kopen en te consumeren moet er een coffeeshop komen. Het is zijn droom om definitief een einde te maken aan de problemen rond cannabisgebruik. Hij droomt van een dorp waarin iedereen vrij en veilig cannabis kan gebruiken om zich te ontspannen. Daarom hoopt hij dat de raad naar zijn voorstel wil kijken, zonder het op voorhand af te wijzen.
De grote vraag voor de ChristenUnie is: wordt hier een probleem opgelost of er wordt juist één gecreëerd?
Of anders gezegd: wordt een droom werkelijkheid (zoals Oosterveen zich dat voorstelt) of is er sprake van een nachtmerrie?
De feiten maken duidelijk dat Dalfsen niet echt een drugsprobleem heeft. Een coffeeshop lost dus geen probleem op, maar creëert er een. Immers de uitbater van de coffeeshop moet aan de achterdeur zaken doen met echte criminelen. Via de voordeur kan de handel op straat worden bevoorraad. Als er al jeugd onder de 18 jaar is die wil gebruiken roept dat nieuwe vormen van criminaliteit in het leven. Er kan een nieuwe markt ontstaan voor doorverkopen van cannabis en voor harddrugs.
Op geen enkele manier kon Oosterveen aannemelijk maken dat er geen druggerelateerde criminaliteit meer zal zijn in Dalfsen wanneer er en coffeeshop wordt geopend. En juist dat is voor velen een nachtmerrie.
Voor de ChristenUnie opnieuw een reden om tegen het voorstel te stemmen. Dat blijkt raad-breed de overtuiging te zijn: geen coffeeshop in Dalfsen!