Wat willen we aan de Westerveldweg?

In de afgelopen jaren is er veel vergaderd, zijn er veel bijeenkomsten geweest van voor- en tegenstanders en liepen de emoties soms hoog op. Centraal stond telkens de kernvraag: Willen we wel een grote kippenstal aan de Westerveldweg?
Voor- en tegenstanders haalden alles uit de kast om hun standpunt kracht bij te zetten. Op maandag 26-10-2015 nam de gemeenteraad een positief besluit. Ook de ChristenUnie stemde voor. Maar niet iedereen begrijpt het besluit. Vandaar hierna een uitvoerige toelichting op onze keuze.
Raadsvergadering 26-10-2015
Het is maandag 26 oktober 2015. Er heerst een zekere spanning onder de raadsleden en het toegestroomde publiek. Enkele belangrijke onderwerpen staan op de agenda en de voorzitter voorziet een zware avond. Hij blijkt zich terdege te hebben voorbereid en dat is ook nodig. Vooral het punt van de Westerveldweg houdt de gemoederen bezig.
7e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Westerveldweg – Schoolweg 10/10a
Binnen de ChristenUnie spreken we gemakshalve steeds over ‘een grote stal’. We hebben binnen de raad immers nog nooit gesproken over stallen met een dergelijke omvang, hier 175.000 kippen. De wethouder, Agricola, zegt toe dat de schuur landschappelijk zal worden ingepast en dat er echt controle zal worden uitgeoefend.
Meerdere fracties spreken hun zorg uit over de aanzuigende werking en de gevaren voor de volksgezondheid. Ook de ChristenUnie erkent die gevaren. Maar hoe weeg je een en ander om tot een verantwoord besluit te komen?
Overwegingen
Voor ons ligt een dossier dat voor de nodige beroering heeft gezorgd bij voor- en tegenstanders. We hebben begrip voor de gevoeligheid rond dit dossier. Ook bij de ChristenUnie speelt die gevoeligheid een rol. Er zijn diverse momenten van overleg geweest; er is veel gecommuniceerd. Je kunt je afvragen of door alle sentimenten heen de boodschappen – over en weer – wel helder zijn overgekomen. Anders gezegd: Het is de vraag of sentimenten niet het zicht belemmerden op de vraag of we dit project aan de Westerveldweg nu wel of niet mogelijk willen/kunnen maken voor een Dalfser ondernemer.
- De vraag is dus nu niet of er een meerderheid voor of tegen de plannen is op gevoelsmatige gronden; of we het fijn vinden…
- De vraag is ook niet of we voor of tegen grote schuren zijn, met al dan niet meer aandacht voor dierenwelzijn; daar hebben we nog niet over gesproken in de raad…
- De vraag is zelfs niet of we wel of willen leven met risico’s. Leven houdt altijd risico’s in, maar over aanvaardbaarheid verschillen de meningen.
Centrale vraag
De centrale vraag is of het voorliggende plan voldoet aan de eisen die we als raad in het verleden zelf hebben opgesteld in het structuurplan buitengebied.
De fractie van de ChristenUnie was daarbij vooral bezorgd om de effecten op de volksgezondheid.
NIET aan de orde is de vraag of we deze effecten hebben voorzien en hebben gewild – dat moet uit een evaluatie nog maar blijken en daar willen we nu niet op vooruit lopen.
Twee lijnen van redeneren
De ChristenUnie wil langs twee lijnen het voorliggende dossier benaderen. Allereerst willen we de centrale vraag behandelen. Daarna gaan we meer in detail in op de vragen rond de volksgezondheid.
Ten aanzien van de centrale vraag het volgende:
- In dit gebied geldt dat de landbouw leidend is: Hervestiging van bedrijven door het oplossen van knelpunten elders en optimalisatie van de landbouw.
- Natuurlijk kun je je afvragen of hier een knelpunt wordt opgelost of wordt gecreëerd om vervolgens te worden opgelost. Maar hoe dan ook, onze beleidsregels staan dit toe en als we dit niet willen, moeten we onze beleidsregels wijzigen en expliciteren. Want we willen Dalfser ondernemers ruimte geven voor ontwikkelingen én precedentwerking voorkomen!
- Het creëren van draagvlak voor een dergelijk bedrijf is belangrijk . Echter, bezwaren moeten wel gegrond zijn en kunnen niet hun basis vinden in gevoeligheden en persoonlijke wensen en belangen.
- De milieu- en natuurbeschermingswetvergunningen zijn onherroepelijk.
- Volgens ons heeft de aanvrager voldaan aan de gestelde eisen.
Ten aanzien van de vraag omtrent de volksgezondheid het volgende:
- De emissie van geur- en fijnstof neemt toe, staat in het rapport van de GGD. Maar gaat dit over aanvaardbare grenzen heen?
- De geurnorm voldoet v.w.b. de voorgrondbelasting aan de wettelijke norm, maar toch kan er geurhinder zijn op meerdere locaties. Het zou kunnen, maar is het aanvaardbaar?
- In het algemeen stelt de GGD, dat het houden van legkippen een risicovolle activiteit is, waarbij fijn stof, geur- en geluidhinder kunnen optreden. En volgens de Gezondheidsraad kan ‘wonen in de buurt van veehouderijen’ gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Dat kan ook als je naast een snelweg woont of in de buurt van een industrieterrein…
- De GGD stelt in het advies van 30-10-2013 dat er voor gemeenten nog geen bruikbare norm voor fijnstof is, met vastgelegde criteria in wet- en regelgeving, uitgewerkt door de staatssecretaris van I&M (Infrastructuur en Milieu – Mansveld). Pleit dat voor wachten op de resultaten…? Moeten we de ondernemer nog 1 of 2 jaar laten wachten op ons antwoord?
- Navraag bij de GGD naar de effecten op de volksgezondheid levert het volgende op:
‘Onderzoek veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO). Zie ook de informatie op de website van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/V/Veehouderij_en_gezondheid/Onderzoek_veehouderij_en_gezondheid_omwonenden_VGO
De verwachting is niet dat er hele ernstige resultaten uitkomen, vergelijkbaar met de Q-koorts. Want dan hadden we daar als GGD’en in Nederland al lang duidelijke signalen over gekregen.
Als GGD’en hanteren wij, uit een oogpunt van voorzorg, in onze adviezen aan gemeenten een afstand van 250 m. tussen een intensieve veehouderij en burgerwoningen. Dit GGD-advies wordt door gemeenten en Rijk niet ondersteund. Zij vinden dat daar nu te weinig wetenschappelijk bewijs voor is. Wij hopen als GGD’en dat het VGO-onderzoek meer duidelijkheid geeft over de vraag wat een veilige afstand is tussen intensieve veehouderijen en burgerwoningen.
Het onderzoek zal mogelijk vooral meer duidelijkheid geven voor gebieden waar veel bedrijven en burgerwoningen redelijk dicht bij elkaar zijn gevestigd. In Brabant komt dit regelmatig voor.
In het onderhavige geval (A.N. de Westerveldweg dus) is de afstand tussen de te vestigen pluimveehouderij en de dichtstbijzijnde burgerwoning ongeveer 330 m. Vanuit gezondheid gezien ziet de GGD onvoldoende reden om vestiging van de pluimveehouderij te ontraden. En we zien daarom ook geen noodzaak om de gemeente te adviseren de besluitvorming uit te stellen totdat de resultaten van het VGO-onderzoek bekend zijn.
Ons standpunt:
De ChristenUnie heeft alle regels, argumenten voor en tegen, maar ook de gevoeligheden – voor zover mogelijk en binnen ons bereik - afgewogen.
Een beoordeling/evaluatie van het structuurplan en rood voor rood steunen we.
Hoewel we niet alles kunnen overzien als het gaat om toekomstige ontwikkelingen, kunnen we – zoals de zaak er nu voorstaat - instemmen met het voorstel.
Namens de fractie van de ChristenUnie
Anne Nijburg
Archief > 2015 > november
- 28-11-2015 28-11-2015 15:51 - Een plek in Dalfsen – tijdelijk of wat langer - Deel 2
- 23-11-2015 23-11-2015 18:32 - Dalfser begroting: ruim € 2.000 per inwoner
- 12-11-2015 12-11-2015 18:18 - Kulturhus Nieuwleusen
- 09-11-2015 09-11-2015 21:51 - Vrijwilligers en mantelzorgers
- 02-11-2015 02-11-2015 18:45 - Wat willen we aan de Westerveldweg?